Print deze pagina

Jaarverslag 2006 Subcommissie Geodetische Infrastructuur en Referentiesystemen

Het hoogtereferentievlak bepaalt uit het verschil tussen de gravimetrische geoïde en GPS/waterpashoogten op de 84 punten van de 5e Nauwkeurigheids­waterpassing, mw. ir. E. Oudman (TU Delft).
5e nauwkeurigheidswaterpassing (RWS-AGI, 84 punten)GPS Kernnet (Kadaster, 406 punten)
H = h - N - XDe absolute gravimeter FG-5 S/N 234 van DEOS, TU Delft.


Activiteiten van de Subcommissie

In 2005 verzocht het Dagelijks Bestuur van de NCG de Subcommissie om een studie te doen naar de organisatie van de geodetische infrastructuur in Nederland. De Subcommissie heeft vervolgens een studie naar de situatie in Nederland en in omliggende landen voorgesteld en dit voorstel in een uitgebreide brief van 1 november 2006 bij het Dagelijks Bestuur van de NCG toegelicht. Het project is goedgekeurd door het Dagelijks Bestuur inclusief de financiële ondersteuning, maar er werd nog geen menskracht gevonden om het project daadwerkelijk te starten.
Naar aanleiding van ontwikkelingen in de organisatie van het Kadaster heeft de Subcommissie het Dagelijks Bestuur gevraagd het Kadaster te adviseren de taak van de Rijksdriehoeksmeting blijvend goed te beleggen.

Op de vergadering van de Subcommissie van 11 december verzorgde mw. ir. E. Oudman een presentatie over haar afstudeeronderzoek 'De transformatie van GPS in NAP'. Onderzoeksdoel is het berekenen van een transformatievlak voor het omrekenen van GPS-hoogtes in NAP-hoogtes en daarmee een verbetering van het bestaande NLGEO2004 geoïdemodel.

In 2006 is door de Subcommissie een opzet gemaakt voor het Werkplan 2007 - 2008.

In januari is de vierde herziene versie van Globale en lokale geodetische systemen van ir. G. Strang van Hees door de NCG gepubliceerd. Leden van de Subcommissie leverden commentaar op de concepttekst.

Op de website van de Subcommissie kwam een versie in het Engels beschikbaar. Er is tevens een pagina Officiële coördinatenstelsels van Nederland en een, regelmatig te actualiseren, lijst van relevante onderzoeksprojecten aan toegevoegd.

De Subcommissie is in 2006 viermaal bijeengeweest voor de 52e tot en met de 55e vergadering op respectievelijk 16 januari, 24 april, 25 september en 11 december 2006.


ETRS89-infrastructuur en AGRS.NL

Het Actief GPS Referentie Systeem voor Nederland (AGRS.NL) is de basis van de geometrische infrastructuur van Nederland. Een systeem voor de automatische processing van de AGRS.NL-data bij de Adviesdienst Geo-informatie en ICT (AGI) van Rijkswaterstaat berekent op basis van de Bernese software dagelijkse posities voor de AGRS.NL-stations en de omliggende EUREF- en IGS-stations (European Reference Frame; International GPS Service). De AGI en het Kadaster gebruiken het AGRS.NL voor het bepalen van punten van lagere-orde-verdichtingen zoals GPS-kernnetpunten en het certificeren van referentiestations van RTK-netwerken (Real Time Kinematic ), waaronder het Kadastrale netwerk NETPOS (Netherlands Positioning Service).

Sinds 23 november 2006 is het nieuwe AGRS.NL-station Vlissingen, op het peilmeetstation aldaar, actief. Hiermee is het aantal AGRS.NL-stations op zeven gekomen. Deze stations zijn: Apeldoorn, Eijsden, Delft, IJmuiden, Terschelling, Vlissingen en Westerbork. Met deze uitbreiding is de functie van het AGRS.NL als basis van de geometrische infrastructuur van Nederland voldoende gewaarborgd.
Bij de stations Eijsden, IJmuiden, Vlissingen en Westerbork zijn SDSL-verbindingen (Symmetrical Digital Subscriber Line) aangelegd, ten behoeve van realtimedataoverdracht. In de nabije toekomst zullen alle AGRS.NL-stations met realtimeverbindingen worden uitgerust.

De beweging van ongeveer 1 cm over zes jaar van het AGRS.NL station Terschelling leek volgens het jaargemiddelde van 2005 tot staan te zijn gekomen. De resultaten over 2006 en 2007 moeten uitwijzen in hoeverre dit station weer aan de stabiliteitseisen van het AGRS.NL (minder dan 3 sigma, ongeveer 4 mm beweging per jaar in ligging), voldoet.


RD-infrastructuur en NETPOS

De Netherlands Positioning Service NETPOS, het Kadastrale netwerk voor RTK-satellietplaatsbepaling (Real Time Kinematic), heeft in 2006 naar behoren gefunctioneerd. Kadastrale GPS-metingen werden uitsluitend met NETPOS uitgevoerd. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, hierin vertegenwoordigd door de AGI, heeft een gebruikslicentie voor NETPOS. Het KNMI gebruikt, als onderdeel van Verkeer en Waterstaat, de NETPOS-data voor waterdampschattingen van de atmosfeer.

Pas in oktober 2006 is NETPOS naast GPS- ook GLONASS-correcties (Global Positioning System; Global Navigation Satellite System) gaan verstrekken. Aanvankelijk zorgde de toevoeging van GLONASS voor teveel software storingen op de NETPOS-server.

Van de passieve RD-punten (Rijksdriehoeksmeting) worden alleen nog de GPS-kernnetpunten periodiek (jaarlijks) onderhouden. Dit onderhoud is overgedragen aan reguliere kadastrale landmeters onder supervisie van de Rijksdriehoeksmeting.


NAP-infrastructuur

In 2005 werd de 3e Planperiode voor het onderhoud van het NAP (Normaal Amsterdams Peil) voortgezet volgens de planning. In deze 3e Planperiode van 1997 tot en met 2006 wordt 30.000 km secundaire waterpassing uitgevoerd.

In 2005 zijn de data van de 5e Nauwkeurigheidswaterpassing naar het Bundesamt für Kartographie und Geodäsie (BKG) in Leipzig gezonden, evenals een update van de data van de vijftien GPS-stations die deel uitmaken van het Europese hoogtenet European Vertical Network Densification Array (EUVN-DA). Deze data dienen om het EUVN-DA te kunnen verbinden met het Europese waterpasnet UELN 2005 (United European Levelling Network).


Zwaartekrachtinfrastructuur

In Nederland werd in de zomer van 2006 weer een campagne verricht voor absolute zwaartekrachtmetingen op zes stations. De metingen zijn uitgevoerd door O. Francis, verbonden aan de Universiteit van Luxemburg en het European Center for Geodynamics and Seismology in samenwerking met het Department of Earth Observation and Space Systems (DEOS) van de TU Delft. De stations waar gemeten werd, zijn Zundert (brandweerkazerne), Kootwijk (watertoren op het terrein van Radio Kootwijk), Wageningen (gebouw van het Nationaal Herbarium Nederland van de Wageningen Universiteit), Westerbork (gravimetriebunker op het terrein van de Stichting Astronomisch Onderzoek Nederland (ASTRON)) en Epen (seismisch station van het KNMI). Met de genoemde metingen ging DEOS door met onderzoek naar de realisatie van een nauwkeurig verticaal datum door middel van absolute zwaartekrachtmetingen. Hiervoor is bij Micro-g een absolute gravimeter aangekocht, namelijk de FG-5 S/N 234. Het instrument arriveerde in november 2006 en in december zijn met dit instrument de eerste testmetingen verricht in Luxemburg. Het instrument zal in de volgende jaren worden ingezet voor onderzoek naar de realisatie van een hoognauwkeurig verticaal datum voor Nederland. Daarnaast is gedurende 2006 de zwaartekracht ook in continue zin geregistreerd, waarbij alleen de verandering in het zwaartekrachtveld werd waargenomen. Dit werd gedaan met een speciaal daarvoor bedoelde relatieve gravimeter (Lacoste-Romberg ET15) en vond plaats in het station Westerbork in de bovengenoemde gravimetriebunker. De data worden regelmatig geanalyseerd. Voor het onderzoek naar het effect van de omgeving op de gemeten zwaartekracht is een netwerk van verschillende hydrologische sensoren in Westerbork opgebouwd. Naast het meten van regenval, worden grondwaterstandmetingen en bodemvochtigheidmetingen uitgevoerd. Hiervoor is door de sectie Hydrologie van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft een lysimeter ontworpen.


Internationale samenwerking

Op het EUREF2006-symposium (European Reference Frame) in Riga werd Nederland vertegenwoordigd door ir. J. Lesparre en dr.ir. H. van der Marel. Ir. J. Lesparre presenteerde zowel het National Report of the Netherlands als 'The impact of the antenna mounting on the phase centre variation'. Deze laatste presentatie was gebaseerd op ervaringen bij NETPOS.
De EUREF Technical Working Group (ETWG), het uitvoerende orgaan van EUREF waarin dr.ir. H. van der Marel zitting heeft, is gedurende het verslagjaar driemaal bijeengeweest. Dr.ir. R.C.V. Feron van de Adviesdienst Geo-informatie en ICT van Rijkswaterstaat heeft de formele vertegenwoordiging van Nederland namens de geodetische diensten in EUREF aanvaard.

Nieuwste van Super User