De commissie Bodembeweging en Zeespiegelvariatie is een platform van wetenschappers en deskundigen uit de praktijk voor het uitwisselen en communiceren van kennis en het coördineren en initiëren van onderzoek op het gebied van bodembeweging en zeespiegelvariatie in Nederland. De commissie is een interdisciplinair samengesteld orgaan.
Missie
De commissie Bodembeweging en Zeespiegelvariatie geeft richting aan fundamenteel en strategisch onderzoek, bevordert het vastleggen en verspreiden van relevante kennis, heeft een voorlichtingsrol en is aanspreekpunt op het gebied van bodembeweging en zeespiegelvariatie.
De commissie realiseert dit in haar bijeenkomsten, waarin onderzoeksresultaten op het gebied van bodembeweging en zeespiegelvariatie worden gepresenteerd en besproken; door het formuleren en stimuleren van specialistisch onderzoek (NCG-promotieplaatsen) en door het onderhouden van (inter)nationale wetenschappelijke contacten.
De commissie bevordert het vastleggen en verspreiden van relevante kennis op dit gebied en verstrekt gevraagd en ongevraagd adviezen aan het NCG, haar commissies en aan instanties zoals de Technische Commissie Bodembeweging, de Staatstoezicht op de Mijnen en de Commissie Bodemdaling door Aardgaswinning.
De commissie realiseert dit door gevraagd en ongevraagd adviezen te verstrekken aan het NCG en haar commissies, de wetenschappelijke wereld en collectieve onderzoeksprogramma’s (ICES, EU), en tevens aan instanties zoals de Technische Commissie Bodembeweging, Staatstoezicht op de Mijnen en Commissie Bodemdaling door Aardgaswinning, ter ondersteuning van hun voorlichtingstaak naar de maatschappij. Relaties met de omgeving worden bij voorkeur ingevuld via personele unies.
De commissie streeft naar het vergroten en beschikbaar zijn van kennis op het gebied van de bodembeweging en zeespiegelvariatie en ondersteunt initiërende, coördinerende en sturende initiatieven voor het verder ontwikkelen, uitwerken en uitvoeren van een nationale strategie bodembeweging en zeespiegelvariatie. Hierbij dient de beschikbare kennis en informatie uit de verschillende technische disciplines beter op elkaar te worden afgestemd, zodat er synthese van de gegevens plaatsvindt.
De commissie realiseert dit door de versterking van de relatie tussen kennisleveranciers en kennisafnemers middels thematische bijeenkomsten, door NCG-publicaties en het bijhouden van de ‘state of the art’ middels actieve informatie-uitwisseling en deelname aan (inter)nationale commissies.
De taken van de commissie worden uitgevoerd door overleg tijdens vergaderingen (3 à 4 keer per jaar), het reviewen van artikelen, het organiseren van studiedagen, het samenstellen van publicaties en presentaties, het initiëren van specialistisch onderzoek en het onderhouden van (inter)nationale wetenschappelijke contacten. Tijdens studiedagen wordt uitvoerig aandacht besteed aan een specifiek vraagstuk, waarbij ook deskundigen van buiten de commissie worden uitgenodigd.
De commissie streeft naar een samenstelling met disciplinair evenwicht, die past bij de actuele maatschappelijke en wetenschappelijke conjunctuur. Naast de van oudsher sterke aanwezigheid van geodesie is er ook goede aansluiting met geologie, seismologie, geofysica, geotechniek en hydrologie. In de problematiek van bodembeweging en zeespiegelvariatie is er immers behalve een accurate voorstelling ervan, ook een groeiende behoefte te constateren aan inzicht in achterliggende fysische processen en aan zicht op trends en trendbreuken. Tevens is in de samenstelling van de commissie naast de sterk vertegenwoordigde kennisinbreng ook de stem van het kennisgebruik herkenbaar bij monde van participerende olie- en gasmaatschappijen. De commissie acht de bodemverandering door oppervlaktegrondstofwinning en lokale zettingen door (ondergrondse) bouw niet tot haar primaire aandachtsgebied.
De verwachting dat de maatschappelijke belangstelling voor de problematiek van bodembeweging en zeespiegelvariatie de komende jaren groot zal zijn, is gerechtvaardigd. De recente beleidsnota’s (5e Nota Ruimtelijke Ordening, 3e Kustnota) zijn gericht op integratie van functionaliteit en modaliteit. Zo wordt de invloed van klimaatverandering onderkend in een verwachte zeespiegelstijging en getijdenverandering, vraagt de verwachte toename van maximale neerslag en hoogwaterstanden om drastische waterhuishoudkundige aanpassingen en tellen landschap, cultuur- en natuurwaarden ook internationaal sterker mee in de politieke en maatschappelijke besluitvorming ten aanzien van grondstofwinning (gas, olie, zout, water), inpoldering en kustvorming. Het besef dat de maakbaarheid van de samenleving haar grenzen kent, levert de vraag op naar de haalbaarheid en de gevolgen van menselijke ingrepen. De bodembewegingsproblematiek is hierin een essentieel aspect en de ingeslagen weg van de commissie om te bevorderen dat grootschalige metingen goedkoper, sneller en vooral ook preciezer worden, zal voortvarend gecontinueerd worden.
De commissie acht de kwaliteitsborging van technisch-wetenschappelijke aspecten van bodembeweging en zeespiegelvariatie de belangrijkste van haar taken, naast die van kennisconservator en voorlichting. Zij voert zelf geen onderzoek uit, maar stimuleert, consulteert, rapporteert en adviseert over processen en projecten in haar aandachtsgebied. De onderwerpen die aandacht behoeven in de komende jaren vormen de onderzoeksagenda.