Commissie Geo-Informatie Infrastructuur

Introductie

De commissie wil de geo-informatie infrastructuur bevorderen door het stimuleren van de inbreng van kennis en onderzoek bij de stakeholders. De commissie besteedt daarbij onder meer aandacht aan de definitie en beschrijving van de geo-informatie infrastructuur, de internationale context, inhoudelijk onderzoek (knelpunten, standaarden, technologie, ontsluiting), kennisinput, kennisoutput en kwaliteitsbewaking.
De commissie is in 2008 van start gegaan.

Leden

  • Bastiaan van Loenen (voorzitter) – TU Delft
  • Joep Crompvoets – KU Leuven
  • Tessa Eikelboom – RWS
  • Jene van der Heide – WUR
  • Cees Hof – DANS-KNAW
  • Hans Kooreman – Provincie Gelderland
  • Jantien Stoter – TU Delft.nl
  • Henri Veldhuis – Sweco
  • Wies Vullings –WUR
  • Jaap Zevenbergen – Universiteit Twente

Ontwikkelingen in het werkveld

Het meest van betekenis voor het verdere gebruik en de ontwikkeling van de geo-informatie infrastructuur in Nederland waren in dit opzicht:

  • Het aanbieden aan de Tweede Kamer van de visie van het ministerie van VROM op de basisvoorziening voor de geo-informatie infrastructuur in de vorm van GIDEON (Geografische Informatie en Dienstverlening ten behoeve van de E-Overheid in Nederland).
  • Het ondertekenen van de ‘Memorandum of Understanding’ tussen Geonovum en GeoBusiness Nederland.
  • De start in GeoBusiness Nederland van de Commissies Geo-informatie Infrastructuur, Markt en Overheid, Onderwijs en Arbeidsmarkt, en Innovatie.
  • De start van de Stichting Arbeidsmarkt Geo.
  • Het Toegangspoort geo-services van Geonovum opende zijn site om daarmee toegang te geven tot de metadata van digitale kaarten van partijen die hun kaarten langs deze weg benaderbaar willen maken.
  • De Nederlandse INSPIRE-wet (Infrastructure for Spatial Information in Europe) is aan de Tweede Kamer aangeboden. Prof.mr. J.W.J. Besemer (TU Delft) en prof.dr.ir. P.J.M. van Oosterom (TU Delft) schreven voor het NCG een notitie over INSPIRE.
  • Begin september 2008 hebben de directeuren van het samenwerkingsinitiatief PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart) ingestemd met de opdrachtverlening voor de kwartiermakersfase. De voorbereidingsfase, resulterend in een projectvoorstel inclusief business case, is hiermee afgerond. Het plan voor PDOK is vervolgens ingediend bij het Programma Vernieuwing Rijksdienst. 
  • Het van start gaan van de Thematische Werkgroepen voor de Annex 1 Thema’s van de INSPIRE-richtlijn.

Missie en Taken

De missie is het bijdragen aan de langetermijnontwikkeling van de geo-informatie infrastructuur. De thema’s van de commissie sluiten daarop aan:

  1. De definitie en de beschrijving van de geo-informatie infrastructuur.
  2. De monitoring van het gebruik en de ontwikkeling van de geo-informatie infrastructuur.
  3. Het scannen van technologische en wetenschappelijke trends en het inschatten van de waarde hiervan voor de geo-informatie infrastructuur.
  4. Het uitvoeren en initiëren van onderzoek op het gebied van de geo-informatie infrastructuur (onder andere naar technologie, standaarden, ontsluiting, beleid, organisatie, marktvraag, kwaliteit (services en informatie) en gebruik).
  5. Informatie van inhoudelijke ontwikkelingen voor de geo-informatie infrastructuur (o.a. semantiek).
  6. Vraaggestuurde geo-informatie infrastructuur en ontwikkeling.
  7. Randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de geo-informatie infrastructuur.
  8. Gebruikers van de geo-informatie infrastructuur.


De commissie verricht de volgende taken:

  • gevraagd en ongevraagd geven van advies
  • initiëren, coördineren en evalueren van onderzoek
  • uitdragen van de resultaten van het advies en het onderzoek.

Bij het uitvoeren van deze activiteiten zal de commissie onderzoeksmethoden en -strategieën gebruiken die effectief aansluiten bij het onderhavige vraagstuk.

Positionering en invulling

Binnen het NCG neemt de commissie een onafhankelijke positie in en richt zich op het initiëren, coördineren en evalueren van middellange en lange termijn academisch onderzoek en onderzoek van niet-academische partijen.
Om een optimale bijdrage aan de maatschappij te kunnen leveren streeft de commissie een samenstelling na welke, rekening houdend met haar wetenschappelijke basis, bestaat uit functionarissen afkomstig uit de overheid, de markt en de wetenschap. Op deze wijze wordt een proactieve interactie geborgd met verschillende doelgroepen uit de maatschappij.
Ten aanzien van de ontwikkeling van de GII richt de commissie zich op aspecten van technische, organisatorische, beleidsmatige en de gebruikmatige aard.
De commissie geeft invulling aan haar missie door middel van regelmatig overleg en het opstellen en bijhouden van een onderzoeksagenda.