Commissie Ruimtelijke Basisgegevens

Introductie

De commissie richt zich op:

  • de ontwikkeling van de behoefte aan topografische basisgegevens, de soorten van dienstverlening in dit verband
  • technologische ontwikkelingen op het gebied van sensoren
  • informatie-extractie
  • (visuele) representatie en ICT met betrekking tot topografische basisgegevens
  • nieuwe specificaties voor topografische basisgegevens
  • nieuwe soorten van dienstverlening in dit verband en de hierbij te vervullen institutionele rollen.


Leden

  • Peter Van Oosterom (voorzitter) – TU Delft
  • Rob Beck – NEO
  • Luc Heres
  • Peter Joosten – Cyclomedia
  • Jeroen Leusink – Waterschapshuis
  • Sander Oude Elberink – Universiteit Twente
  • Ruud van Rossem – BZK
  • Martin Rijsdijk – Kadaster
  • Rene van der Velden – Prorail
  • Wilfred Visser – TNO
  • Robert Voûte – CGI


Missie

Voorheen werd ervan uitgegaan dat de specificatie van de inhoud van basisbestanden (of kaarten) voor lange tijd kon worden vastgesteld, denk aan de topografische kaart, de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), of de hoogtekaart. Het medium en het productieproces en de indertijd geldende productietijden vereisten dat.

Het ziet er gezien de huidige ontwikkelingen naar uit dat ten opzichte van de voorziening van topografische basisdata een dynamischere houding gewenst is. Specificaties zullen vaker aangepast moeten worden aan de veranderende behoeften en de veranderende technologie voor de inwinning en bewerking. Omdat het hier om gegevens gaat die een basisrol spelen in de zich ontwikkelende geo-informatie infrastructuur, ligt hier een belangrijke verantwoordelijkheid voor de overheid. De overheid dient deze dynamische rol op zich te nemen op basis van gedegen adviezen van een wetenschappelijk gefundeerd en onafhankelijk karakter. Deze adviezen dienen ook operationaliseerbaar te zijn, zodat ze ook gebaseerd moeten zijn op een gedegen kennis van de praktijk.


Taken

De Nederlandse Commissie voor Geodesie lijkt daarom de aangewezen instantie om de overheid bij te staan als permanent adviesorgaan. Gezien de bovengeschetste dynamiek van dit aandachtsveld lijkt het raadzaam om een taak op dit gebied in de commissiestructuur van het NCG in te bedden.
De commissie Ruimtelijke Basisgegevens dient zich met de volgende vragen bezig te houden:

  1. Hoe zal vooral bij professioneel gebruik de behoefte aan topografische basisgegevens zich ontwikkelen?
  2. Welke soorten van dienstverlening zullen in dit verband gevraagd worden?
  3. Welke technologische ontwikkelingen op het gebied van sensoren, informatie-extractie, (visuele) representatie en ICT zijn relevant voor de toekomstige levering van producten en diensten met betrekking tot topografische basisgegevens?
  4. In hoeverre bieden deze ontwikkelingen mogelijkheden voor nieuwe specificaties voor topografische basisgegevens en voor nieuwe soorten van dienstverlening in dit verband?
  5. Welke institutionele rollen zijn daarbij te vervullen?

Verder gaat het in de commissie niet alleen om inwinning, maar ook om de vragen welke basisgegevens voor de toekomst belangrijk worden en hoe de vragen gerepresenteerd kunnen worden.