Print deze pagina

Kwaliteit van geo-informatie en implicaties voor toepassingen

Van Oort, Spatial data quality, 60Kwaliteit

Korte samenvatting van het onderzoek

Het promotieonderzoek heeft zich gericht op het inventariseren en beschrijven van de kwaliteit van geo-informatie, waarna een theoretisch raamwerk is opgebouwd, waarmee de implicaties van deze kwaliteitsparameters voor toepassingen zijn beschreven. Een belangrijk resultaat van het onderzoek moest zijn dat de kwaliteit van geo-informatie hanteerbaar wordt gemaakt voor gebruikers.
Het onderzoek is uitgevoerd door dr.ir. Pepijn van Oort. Hij was vanaf 1 september 2001 aangesteld als aio aan het Centrum Geo-Informatie, Wageningen Universiteit. Promotoren waren prof.dr.ir. A.K. Bregt (WU) en prof.dr.ir. A. Stein (WU, ITC). en copromotor dr.ir. S. de Bruin (WU). Het onderzoek is eind 2005 afgerond en Pepijn van Oort is op 13 januari 2006 gepromoveerd. De dissertatie Spatial data quality: from description to application is uitgegeven door de NCG. Het onderzoek is gefinancierd door de NCG, Alterra, Rijkswaterstaat AGI, NITG-TNO, de Topografische Dienst Kadaster en de Ravi. Het onderzoek is een initiatief van de Subcommissie Geo-Informatie Modellen van de NCG.

Probleemstelling

Kwaliteit van geo-informatie kent veel aspecten. Hier wordt o.a. onder verstaan geometrische en thematische nauwkeurigheid en betrouwbaarheid, volledigheid, actualiteit en consistentie. Veel onderzoek is verricht naar het beschrijven en evalueren van de geometrische kwaliteit van geo-informatie. De beschrijving van de thematische kwaliteit van geo-informatie laat op dit moment nog veel te wensen over. Dit is te wijten aan een aantal oorzaken:

Er is veel onduidelijkheid omtrent de verschillende kwaliteitsparameters en de relevantie van die parameters voor verschillende toepassingen.
Onderzoek naar de thematische kwaliteit van geo-informatie is voornamelijk verricht naar kwantitatieve data waarbij de kwaliteit kan worden 'gemodelleerd' met behulp van min of meer standaard (geo-)statistische technieken. Met name bij geo-informatie met een nominaal karakter ontbreken op dit moment de hulpmiddelen om de kwaliteit te beschrijven/modelleren waardoor ook de voortplanting van fouten bij aggregatie of combinatie van bestanden moeilijk te voorspellen is.
Vanuit gebruikersoogpunt is men wel geïnteresseerd in de kwaliteit van een bestand, maar men heeft hier geen duidelijke maat voor: 'Zo nauwkeurig mogelijk' is in veel gevallen het antwoord. In de praktijk weet men bovendien niet hoe de kwaliteitsparameters van een bestand gebruikt kunnen worden bij studies, ook omdat hiervoor de benodigde 'tools' (software) ontbreken. De kwaliteitsparameters van een bestand worden daardoor eigenlijk genegeerd.
Voor het beter beschrijven van de thematische kwaliteit van geo-informatie is het nodig dat ook bij gebruikers van deze geo-informatie wordt nagegaan welke kwaliteitsparameters van potentieel nut kunnen zijn. Daarnaast is het noodzakelijk dat de foutenvoortplanting met een theoretisch model kan worden beschreven. Met dit model kunnen hulpmiddelen worden ontwikkeld die de gebruiker in staat stellen om de kwaliteit van een bestand te evalueren in relatie tot de beoogde toepassing.

De volgende onderzoeksvragen zullen aan bod komen:

  • Welke kwaliteitsparameters zijn nuttig voor welke toepassingen?
  • Welk kwaliteitsniveau is gewenst voor welke toepassingen?
  • Op welk schaalniveau zijn kwaliteitsparameters geldig?
  • Hoe werkt de kwaliteit van geo-informatie door in beslissingen op basis van deze informatie?

Doelstellingen

Het maken van een selectie uit de parameters waarmee de kwaliteit van geo-informatie kan worden beschreven, zowel uit theoretisch oogpunt als wel het oogpunt van een gebruiker voor wie de kwaliteitsparameters ook een praktisch nut moeten dienen.
Het opzetten van een theoretisch model voor het beschrijven van fouten en onzekerheden. Hierbij moet ook de voortplanting van fouten bij combinatie van verschillende bestanden worden meegenomen.
Het hanteerbaar maken van kwaliteitsparameters voor gebruikers door het ontwikkelen van software tools.
Het visualiseren van (on)zekerheden en betrouwbaarheid.
In eerste instantie zal het project zich richten op onderzoek naar het LGN3 en het TOPvector bestand, daarnaast zal de toepasbaarheid worden getoetst met bestanden van RWS en NITG-TNO. Het LGN3 en het TOPvector bestand worden breed toegepast in allerlei studies, maar de informatie die beschikbaar is over de kwaliteit van deze bestanden wordt vrijwel nooit gebruikt in deze studies.

Nieuwste van Super User