logo NCGeo

Samen meten, beter weten

Aardoom, Samen meten, 38Triangulatie met satellieten, L. AardoomAGRS.NL in WesterborkZeespiegelobservatiesysteem, R. Klees, TU DelftHALCA space radio telescope, R. Schilizzi, JIVE

Voordrachten gehouden ter gelegenheid van de opening van het Astrometrisch-Geodetisch Observatorium te Westerbork, 24 september 1999

L. Aardoom (redactie)

Nederlandse Commissie voor Geodesie 38, Delft, 2000, 49 pagina's,
ISBN-13: 978 90 6132 272 6. ISBN-10: 90 6132 272 3.

De publicatie bevat de voordrachten die gehouden zijn ter gelegenheid van de opening van het Astrometrisch-Geodetisch Observatorium te Westerbork op 24 september 1999. Als aanhangsel is opgenomen de bestuurlijke samenvatting van het rapport 'De wetenschappelijke rol van het astrometrisch-geodetisch observatorium te Westerbork. Uitkomsten van een verkenning door de Taakgroep Geodetisch-Astronomisch Station Westerbork'.

De opening van het observatorium is het resultaat van het werk van de genoemde Taakgroep van de NCG. Partners in het observatorium zijn de Stichting Astronomisch Onderzoek Nederland (ASTRON), de Stichting Joint Institute for VLBI in Europe (JIVE), de Technische Universiteit Delft en de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat.

De voordrachten zijn in het Nederlands of in het Engels uitgeschreven. Elke voordracht is voorzien van een Engelse samenvatting. De inhoudsopgave van de publicatie en het voorwoord van de redacteur van de publicatie prof.dr.ir. L. Aardoom, staan hieronder vermeld.


Voorwoord

De inrichting van het Astrometrisch-Geodetisch Observatorium te Westerbork was een belangrijke stap naar een doeltreffender gebruik van geavanceerde sterrenkundige en geodetische meetapparatuur in Nederland. De geografische vereniging van deze apparatuur, ingegeven door een streven naar een doelmatiger gebruik van middelen aan de zijde van de Technische Universiteit Delft, bood mogelijkheden voor vernieuwend geodetisch en geodynamisch onderzoek en tot verbetering van de individuele meetprocessen. Een meer intensief gebruik van de buitenaardse ruimte, mogelijk gemaakt door kunstmatige satellieten, had de geodesie in een hernieuwde functionele relatie met de sterrenkunde gebracht. Deze nieuwe relatie komt voort uit het gezamenlijk gebruik van deze ruimte en van het meetplatform: de Aarde. De in Nederland in de Commissie voor Geodesie (NCG) bestaande lange traditie van samenspraak tussen beide vakgebieden vroeg om een gezamenlijke verkenning van de toegevoegde waarde die genoemde geografische vereniging van waarnemingsapparatuur in wetenschappelijk opzicht zou kunnen hebben. Dit bracht de Commissie in mei 1997 tot de instelling van een taakgroep om zo’n verkenning uit te voeren.

De taakgroep rapporteerde in november 1998 haar bevindingen inzake een uit te voeren wetenschappelijk beleid. Centraal in deze bevindingen staat de inzet van het observatorium voor mondiale geometrische verankering van Nederland, met de hoogtecomponent daarvan als primair punt van aandacht. In verband met een vermoedelijk voortgaande en mogelijk versnelde relatieve stijging van het Noordzeepeil is deze component speciaal voor ons land actueel. Maar juist de hoogte is tot nu toe de minst nauwkeurig bepaalde component bij ruimtegeodetische plaatsbepaling. Aanscherping van de meet-, analyse- en interpretatieprocessen zou dus in de eerste plaats op de hoogte moeten worden gericht. Lange continue meetreeksen, zij aan zij, met de diverse technieken bieden hiertoe de beste mogelijkheden. Het programma van het observatorium moet daarbij aansluiting vinden bij mondiale inspanningen gericht op de vorming en instandhouding van geodetische referentiesystemen en -stelsels. Het parallelle gebruik van waarnemingstechnieken zal mede gericht moeten zijn op geodetische ondersteuning van het meet- en analyseproces bij de astronomische VLBI in het algemeen. Het observatorium zal een facilitaire rol vervullen bij gerelateerd onderzoek via de ruimte, bijvoorbeeld van de dampkring, die als parameter optreedt in de ruimtemetingen vanaf de aarde. Een belangrijk aspect van de vereniging van de instrumenten is dat zij de mensen die er mee werken samenbrengt en daarmee de kennis die zij bezitten. De integratie van die kennis belooft een grote meerwaarde.

24 september 1999 werd gekozen als datum voor de officiële inwijding van het observatorium. De partners hierin - de Stichting Astronomisch Onderzoek Nederland (ASTRON), de Stichting Joint Institute for VLBI in Europe (JIVE), de Technische Universiteit Delft (TUD) en de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD) - besloten deze gelegenheid niet ongemerkt voorbij te laten gaan en belegden in de hoofdvestiging van ASTRON te Dwingeloo een symposium met sprekers die de diverse aspecten van de voorziene samenwerking belichtten. Aansluitend aan dit symposium tekenden de partners een overeenkomst ter opstelling van een wetenschappelijk programma volgens de lijnen door de taakgroep uitgestippeld. Het zakelijk gedeelte van de dag, die ongeveer 60 belangstellenden trok, werd afgesloten met een bezoek aan het observatorium te Westerbork.

De voordrachten op het symposium gehouden, zijn hierna onverkort weergegeven, deels in het Nederlands, deels in het Engels. Prof.dr. H.R. Butcher en prof.dr.ir. M.J.M. Bogaerts belichten de plannen van bestuurlijke zijde namens ASTRON, respectievelijk de TUD. Prof.dr.ir. P.J.G. Teunissen memoreert de traditionele samenwerking tussen sterrenkundigen en geodeten, in het bijzonder in NCG-verband. Prof.dr. R.T. Schilizzi geeft een exposé over VLBI. Prof.dr.ir. L. Aardoom blikt terug op de geschiedenis van de satellietgeodesie. Ir. E.J. Riedstra presenteert het NAP in relatie tot het observatorium. Prof.dr.-Ing.habil. R. Klees gaat in op het voorgenomen wetenschappelijk programma van het observatorium.

Een bestuurlijke samenvatting van het verslag van de taakgroep is als aanhangsel aan de voorliggende 'proceedings' van het symposium toegevoegd.
De heer F.H. Schröder verzamelde het materiaal, maakte het gereed voor publicatie en zorgde voor de vormgeving van deze 'proceedings'.

L. Aardoom,
redactie


Inhoudsopgave

  • Voorwoord, prof.dr.ir. L. Aardoom
  • Preface, prof.dr.ir. L. Aardoom
  • Welcome word, prof.dr. H.R. Butcher
  • Astronomy applied to Land Surveying, prof.dr.ir. M.J.M. Bogaerts
  • Astronomy, Geodesy and The Netherlands Geodetic Commission, prof.dr.ir. P.J.G. Teunissen
  • VLBI - an astrometric technique with geodetic unknowns, prof.dr. R.T. Schilizzi
  • Lengte, breedte en hoogte met satellieten, prof.dr.ir. L. Aardoom
  • De hoogte, Rijkswaterstaat een zorg . . . , ir. E.J. Riedstra
  • Het Astrometrisch-Geodetisch Observatorium te Westerbork als fundamenteel referentiestation, prof.dr.-Ing.habil. R. Klees
  • Aanhangsel. Bestuurlijke samenvatting van het rapport 'De wetenschappelijke rol van het astrometrisch-geodetisch observatorium te Westerbork. Uitkomsten van een verkenning door de Taakgroep Geodetisch-Astronomisch Station Westerbork'.
Ga naar boven
JSN Boot template designed by JoomlaShine.com