logo NCGeo

Beweging peilmerken boven zoutkoepels

 De Subcommissie Bodembeweging en Zeespiegelvariatie van de Nederlandse Commissie voor Geodesie geeft richting aan onderzoek op het gebied van het meten van bodembeweging in het algemeen en bodembeweging in relatie tot zeespiegelvariatie in het bijzonder. Een onderdeel van deze taak is het in beeld brengen van eventuele significante bewegingen van zoutlichamen.

De Subcommissie heeft in 1999 de afdeling Geo-Advisering NAP van de Meetkundige Dienst (thans Adviesdienst Geo-informatie en ICT) van Rijkswaterstaat de opdracht gegeven de bewegingen in beeld te brengen van de peilmerken die zich boven een drietal zoutkoepels bevinden, te weten de zoutkoepels Pieterburen, Anlo en Onstwedde. Met behulp van deze informatie wil de Subcommissie uitspraken doen over een significante opwaartse beweging van de bodem onder invloed van de zoutlichamen.

In het verleden (1965 - 1977) zijn expliciete metingen gedaan boven een aantal zoutkoepels om de bewegingen in beeld te brengen. Bij de maatschappelijke discussie over het al dan niet gebruiken van kernenergie werden zoutkoepels genoemd als mogelijke 'opslagruimte' voor radioactief afval. Hoewel het onderzoek boven de zoutkoepels in de jaren 1960 om deze reden niet was opgestart, werd er dus wel een relatie tussen gelegd. De Minister van Economische Zaken wilde eerst de uitslag van de 'brede maatschappelijke discussie' afwachten en zette daarom het onderzoek stop.
Het huidige onderzoek dient dan ook verricht te worden met andere periodiek uitgevoerde waterpassingen in dat gebied. Daar deze zoutkoepels zich in een gaswinninggebied bevinden, kan er gebruik worden gemaakt van de waterpassingen die de NAM in samenwerking met Rijkswaterstaat periodiek uitvoert om de invloeden van deze gaswinning te monitoren.

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport 'Beweging peilmerken boven zoutkoepels', Rijkswaterstaat, NAP99-40, 1999.


 

 

Ga naar boven
JSN Boot template designed by JoomlaShine.com